Conceptuele hiërarchie van architecturen


In ons artikel Architectuur - gelaagdheid en samenhang vertelden we wat een architectuur is en waarom het zo waardevol is om die bewust te gebruiken. In dit artikel gaan we een stap verder: we laten zien dat architecturen niet één ding zijn, maar opgebouwd zijn uit lagen - elk met een eigen functie en betekenis.

Dit artikel helpt om grip te krijgen op structuur en verandering. Het helpt om te ordenen wat je al hebt en om met elkaar het gesprek te voeren: waar bouwen we op, waar willen we naartoe, en wat gebruiken we daarbij?

Lagen in architectuur, van fundament tot praktijk

Veel organisaties gebruiken wel modellen of methoden, maar missen het overzicht hoe die samenhangen. Daardoor blijven keuzes versnipperd, en wordt de vertaalslag naar de praktijk lastig. In dit stuk maken we dat wel inzichtelijk: van het fundament (zoals USM als meta-architectuur en metamodel), via referentiearchitecturen en de organisatie-eigen doelarchitectuur, tot aan de concrete werkwijzen in de praktijk.

Er zijn conceptueel gezien lagen te onderscheiden in een (meta)model en (meta)architecturen. We onderscheiden:

  1. fundament, een meta-architectuur met metamodel
  2. referentiearchitectuur
  3. doelarchitectuur, organisatie specifiek
  4. operationele implementatie, werkwijzen

Aan de hand van USM onderstaand een nadere praktische toelichting.

Laag 1: fundament, meta-architectuur en metamodel

  • USM (Universeel Service Management) vormt hier de basis
  • USM is een meta-architectuur die richting geeft aan referentiearchitecturen en inrichtingsprincipes voor organisaties
  • USM biedt daarbij ook een metamodel voor universeel management (om beheer en samenwerking te modelleren) voor een vereenvoudigde afbeelding van die meta-architectuur

architectuur

Laag 2: referentiearchitecturen

Deze laag biedt kaders, principes en terminologie die richting geven aan het ontwerpen van doelarchitecturen. Referentiearchitecturen zijn praktisch van aard en daardoor vaak domein specifiek, zoals:

  • DIZRA: domein specifieke architectuur voor zorginformatie-uitwisseling
  • NORA / ZiRA: overheids- en ziekenhuis referentiearchitecturen
  • ITIL / BiSL: goede praktijken voor beheer van informatievoorziening
  • DAMA-DMBOK: inhoudelijk raamwerk voor datamanagement

Laag 3: doelarchitecturen die context specifiek zijn

Met een doelarchitectuur vertaal je het fundament (de meta-architectuur) en een referentiearchitectuur (laag 1 en laag 2) naar je eigen context. Dit kan voor een organisatie zijn, of voor een groep samenwerkende organisaties, zoals een regio van zorgorganisaties.

Doelarchitecturen zijn richtinggevend voor inrichting, beleid en keuzes in processen en applicaties in een bepaalde context, en ze maken daarbij gebruik van meta-architecturen en referentiearchitecturen. Voorbeelden:

  • doelorganisatie voor Zorgorganisatie X maakt gebruik van USM, BiSL en ZIRA
  • regionale doelarchitectuur (voor samenwerkende zorgorganisaties) maakt gebruik van USM en DIZRA

De doelarchitectuur is de plek waar je:

  • deze verschillende modellen integreert in één samenhangend kader voor een praktische toepassing
  • keuzes maakt, bijvoorbeeld: wij volgen binnen dit kader de principes van NEN 7510 voor informatiebeveiliging, en voor datakwaliteit volgen we de DAMA-principes
  • je keuzes vertaalt naar richtlijnen voor inrichting, beleid, keuzes en implementatie

Je doelarchitectuur is dus een concrete synthese van meerdere referentiebronnen, toegepast op jouw context. Je hoeft niet alles uit elk model over te nemen - maar wel bewust te kiezen welke onderdelen je gebruikt en hoe.

Dus let op, een doelarchitectuur (laag 3):

  • bouwt op de taal en structuur van de meta-architectuur (laag 1)
  • haalt inhoud, principes en richtlijnen uit één of meer referentiebronnen (laag 2)

Die referentiebronnen kunnen inhoudelijk en functioneel zeer verschillend zijn - en dat is prima. Je kunt dan zeggen: Onze doelarchitectuur maakt gebruik van meerdere referentiemodellen, elk vanuit een eigen invalshoek zoals informatiebeveiliging (NEN 7510), informatievoorziening (BiSL), datamanagement (DAMA), architectuurprincipes (DIZRA, ZIRA), en managementarchitecturen (USM).

Zo krijgt je architectuur:

  • inhoudelijke diepgang
  • brede geldigheid
  • en aansluiting op normenkaders en standaarden

Laag 4: Operationele werkwijzen en implementatie

Deze laag is uitvoerend en situationeel afgestemd. Je past jullie doelarchitectuur toe op elke situatie die je gaat uitwerken. Dat kan in je eigen organisatie dan gaan over bijvoorbeeld zorgplanning. Of in een regio over de praktijksituatie eOverdracht.

Zo maak je jullie eigen werkwijze over hoe je zorgplanning gaat uitvoeren: wie wat wanneer met welke applicatie doet en welke gegevens je vastlegt. En dat alles op de manier zoals je in de doelarchitectuur hebt bepaald, dus toegespitst op je eigen situatie.

Doelarchitectuur implementeren

Heb je een meta-architectuur en een referentiearchitectuur omarmd - wel zo verstandig - dan stel je daarmee je eigen doelarchitectuur op. Dan zal het ongetwijfeld zo zijn dat het meeste in de huidige situaties daaraan nog niet voldoet. In dat licht wordt ook wel de term doelarchitectuur gebruikt. Het is op dat moment de doelarchitectuur die gevolgd wordt, maar daar moet je voor een (groot) deel nog naar toewerken.

De weg die je bewandelt om daar te komen kun je verwerken in een (grove) planning van de actuele naar de gewenste situatie. De Engelse term die daar wel voor wordt gebruikt is roadmap.

Ook kun je een doelarchitectuur van tijd tot tijd bijstellen, onder invloed van voortschrijdend inzicht en veranderende omgevingsfactoren, zoals technologische ontwikkelingen. Tegelijkertijd zal het niet zo zijn dat dit totaal bijstellingen zijn en een doelarchitectuur jaarlijks geheel verandert.

Als dat wel het geval is, dan is het vaak zo dat je een tijd lang met een wat verouderde doelarchitectuur gewerkt hebt, of misschien heb je wel gewerkt zonder een echte doelarchitectuur.

Referentiearchitecturen in de informatiehuishouding

In ons werk als functioneel beheerder, werkend in de informatiehuishouding, werken we met verschillende referentiearchitecturen, zeker op elke laag van het Nictiz interoperabiliteitsmodel. Je kunt het interoperabiliteitsmodel zelf ook zien als een referentiearchitectuur voor interoperabel werken. DIZRA, ook een architectuur, heeft dit Nictiz model weer in zich en kent een breder perspectief, namelijk een heel stelsel in de zorg.

We kunnen een referentiearchitectuur hebben voor het niveau van: beleid, bedrijfsproces, informatie, (ontwerp en bouw van) applicatie en koppeling, applicatiearchitectuur (over applicaties heen). Maar ook vanuit bepaalde aspecten, zoals de NEN 7510, die gaat over informatiebeveiliging.

Ten slotte

Lees ook onze andere artikelen over architectuur: Architectuur - gelaagdheid en samenhang en USM-methode: metamodel of meta-architectuur?

9 mei 2025


Samen werken en bouwen

Jan van Bon, grondlegger van USM heeft meegelezen en meegeschreven